Protocollen

Waarom heeft onze club protocollen??

Vanuit de NSF is aangegeven dat iedere sportvereniging aandacht besteedt en vastlegt welke omgangsvormen in de vereniging van belang zijn, zodat ieder weet waar de vereniging voor staat en daardoor het gevoel van veiligheid die iedere sportbeoefenaar zou moeten hebben bij het uitoefenen van zijn/haar sport, omschreven is.
Het bestuur van onze club heeft daarom deze 3 protocollen opgesteld.

1. Protocol E.H.B.O. en Reanimatie

Inleiding:
Onze Jeu de Boules Club heeft leden vanaf midden 60 tot 90 jaar. Tot op heden heeft er zich in lange tijd gelukkig maar één calamiteit voorgedaan, waarbij de ambulance moest worden opgeroepen. Gezien de leeftijd van onze leden, is het goed om de wijze van hulpverlening en de middelen die gebruikt worden vast te leggen.
Dit omdat, als zich een calamiteit voordoet, er direct gehandeld kan worden.

Allereerst:
Onder onze leden zijn verschillende E.H.B.O.-ers, die bij kleine ongevallen hulp kunnen verlenen. Voor reanimatie hebben zich 4 leden gemeld om de opfriscursus reanimatie in het najaar 2024 te gaan volgen.

Officiële voorschriften:

Advies van de Nederlandse reanimatieraad:
Mensen die een kettinkje dragen met  ”mij niet reanimeren” of een tattoo op de borst hebben met deze mededeling te kennen gegeven niet gereanimeerd te willen worden. Bij een calamiteit waarbij het slachtoffer buiten bewustzijn isgeraakt en acuut hulp nodig heeft, zal degene die reanimeert, wel direct beginnen met reanimeren.

Dit omdat iedere seconde telt op de overlevingskans. Zoeken naar een kettinkje of tattoo is dan veel tijdsverlies. Het medaillon van het kettinkje is ook vaak richting de nek gezakt. Bij reanimatie wordt de borstkas ook niet ontbloot.

Algemene regel:
E.H.B.O.-ers en burgerhulpverleners en bedrijfshulpverleners zijn niet wettelijk verplicht om  niet te reanimeren of te stoppen met reanimeren.
Doorgaans wordt er gereanimeerd totdat professionele hulpverlening is gearriveerd.
Artsen en professionele hulpverleners zijn verplicht de reanimatie te stoppen, wanneer het duidelijk is dat het slachtoffer niet wenst gereanimeerd te worden.
Draagt een slachtoffer geen zichtbare wens of heeft geen op schrift gestelde wens bij zich, dan zal dit bij de huisarts opgevraagd worden en met de familie worden besproken.
Dit is een taak van de professionele hulpverleners 

Protocol bij een dergelijke calamiteit in onze club.

  1. De terreinmeester stuurt in volle draf een lid naar het toilethok om de reanimatietas op te halen.
  2. De terreinmeester belt onmiddellijk 112.
  3. Er wordt gestart met reanimeren. De meldkamer staat degene die reanimeert bij via de telefoon.
  4. De terreinleider stuurt twee leden naar de Arie de Waalstraat en op de hoe bij het toiletgebouw, om de ambulance de weg te wijzen.
  5. De terreinleider maakt ruimte rondom het slachtoffer, leden verwijderen zich uit de buurt.
  6. Degene die reanimeert zorgt voor het welzijn van het slachtoffer.

Juiste ligging, verwarmingsdeken. Begint te reanimeren, hopelijk houdt hij/zij het vol tot de burgerhulpverlener met de AED arriveert.

Gezien de eerdere tekst is besloten door het bestuur, dat als zich een calamiteit voordoet, er in onze club zal worden gereanimeerd, mogelijk totdat de burgerhulpverlener met de AED en de ambulance zijn gearriveerd.

Het staken van de reanimatie laten we over aan de professionele hulpverleners.

__________________________________________________________
__________________________________________________________

2. Protocol omgangsvormen  van de Jeu de Boulesclub Huizen

Inleiding:
We zijn een club met oudere leden.
Over het algemeen gaat het er op onze speelmiddag gezellig aan toe.  Zoals in iedere vereniging zijn er ook momenten waarin het er minder aardig aan toegaat.
Vanuit de NSF is aangegeven dat iedere sportvereniging aandacht besteedt en vastlegt welke omgangsvormen in de vereniging van belang zijn, zodat ieder weet waar de vereniging voor staat en daardoor het gevoel van veiligheid die iedere sportbeoefenaar zou moeten hebben bij het uitoefenen van zijn/haar sport, omschreven is.
Het bestuur van onze club heeft daarom dit protocol opgesteld.

Wij zijn een club met oudere leden en wij staan voor:

++ Een gezellige, gemoedelijke en open sfeer.

++Een omgang met respect voor ieders aardig- en onaardigheden.

++Omgaan tijdens het spel is er een van elkaar te bemoedigen, tijdens het spel en respect te hebben voor ieders eigen manier van spelen.

++ Negatieve of dwingende uitlatingen van medespelers op een vriendelijke, directe manier te beantwoorden.

++Vragen en opmerkingen over de gang van zaken in de club of op het speelveld, op een opbouwende manier ter sprake te stellen.

Spreek daarvoor de wedstrijdleider of een bestuurslid aan.
____________________________________________________________
____________________________________________________________

3. Protocol Vertrouwenspersoon

Een vertrouwenspersoon is binnen de club het eerste aanspreekpunt voor een ieder die opmerkingen, vragen of signalen heeft met betrekking tot seksuele intimidatie of ander grensoverschrijdend gedrag,  zoals agressie en geweld, pesten en uitsluiting of discriminatie.

Zie je iets of maak je iets mee wat niet kan, dan kun je contact opnemen met de vertrouwens- contactpersoon

In onze vereniging is Bert Kooiman de vertrouwens-contactpersoon.
Is er iets dat je in vertrouwen over bovenstaand gedrag wilt bespreken, dan kun je zijn hulp inroepen.

Melding
Jouw aandachtspunt wordt door de vertrouwens-contactpersoon in vertrouwen aangehoord .

De vertrouwens-contactpersoon bespreekt de mogelijkheden die er zijn  om hulp in te roepen. De betrokken persoon maakt hierin zélf  een keuze.
De gesprekken die met de vertrouwenspersoon worden gevoerd, zijn vertrouwelijk, anoniem en vinden plaats op neutraal terrein waar de betrokkene zich op haar/zijn gemak voelt.

Vastlegging
Elk incident wordt vastgelegd en met het bestuur besproken, met inachtneming van alle verplichtingen die het bestuur en de vertrouwens-contact persoon hebben voor de bescherming van de privacy van alle betrokkenen. De verslagen worden veilig en netjes bewaard.

Het bestuur is verantwoordelijk voor de uiteindelijke afhandeling van de melding.
Om een veilige sportomgeving te borgen is het wenselijk om binnen het bestuur af te spreken waar documentatie van een afgehandelde melding wordt opgeslagen.

Seksuele intimidatie.
Zodra iemand uit het bestuur of wedstrijdcommissie op de hoogte is van seksuele intimidatie of seksueel misbruik is zij verplicht dit te melden bij de bond.  Dit is een algemene regel.
Bij vermoedens van grensoverschrijdend gedrag, anonieme signalen, of geruchten daarover, licht de vertrouwens-contactpersoon zelf proactief het bestuur in.

De gegevens van de vertrouwens-contactpersoon moeten bij alle leden bekend zijn. Dit kan in een nieuwsbrief, op het inschrijfformulier, op de website, op de ledenvergadering gemeld worden. Ook aan bezoekende clubs kan het kenbaar worden gemaakt.

Onze vertrouwenspersoon is;
Bert Kooiman
Tel nr. 06-33911449  E-mail-adres: kooiman.bert@gmail.com